29% CO2-reductie in Leidse regio in 2022
Het gebruik van stadswarmte in plaats van cv-ketels op aardgas zorgde in 2022 in de Leidse regio voor 29% minder CO2-uitstoot. Dat is een stuk minder dan in 2021 toen de CO2-reductie 38% was. Op deze pagina vertellen we meer over de oorzaak en onze toekomstplannen.
Het warmtenet van de Leidse regio
Het warmtenet van de Leidse regio bestaat uit verschillende wijken in Leiden, Oegstgeest en Leiderdorp. De belangrijkste bron is de Leidse elektriciteitscentrale van Uniper die op aardgas werkt. Door langdurig onderhoud aan deze centrale, die daardoor minder warmte kon produceren, moesten we tijdelijk meer gebruikmaken van (hulp)warmteketels op aardgas die minder efficiënt werken.
Cijfers en weetjes
Reductie
29% staat gelijk aan ton 11.155 minder CO2 vergeleken met HR-ketels (rendement 87%) op aardgas
Aansluitingen
9.900 kleinverbruik
188 grootverbruik
Woningequivalenten
In totaal 22.239
38 meer vergeleken met 2021
Toekomstplannen
WarmtelinQ voert havenwarmte aan
In oktober 2022 nam Vattenfall het Warmtebedrijf Rotterdam (WbR) over. Hierdoor komt er meer duidelijkheid over de aanleg van de WarmtelinQ, een warmtetransportleiding die door Gasunie vanuit het Rotterdamse havengebied wordt aangelegd. Hierbij wordt restwarmte uit de haven gebruikt om huizen en bedrijven in Zuid-Holland te verwarmen. Naar verwachting kan de WarmtelinQ in 2027 in gebruik worden genomen. Dit zal het CO2-resultaat in de Leidse regio verbeteren én biedt mogelijkheden warmte te leveren aan extra woningen en gebouwen.
De inzet van aquathermie
Samen met de coöperatie Energiek Poelgeest hebben we stappen gezet richting de inzet van thermische energie uit afvalwater (TEA). In 2023 en 2024 wordt een gedeelte van het warmtenet van de Leidse regio ontkoppeld en gelinkt aan de aquathermiebron. Met de toevoeging van deze duurzame warmtebron komen we weer een stap dichter bij onze missie ‘fossielvrij leven mogelijk maken binnen één generatie’.
Efficiënter gebruikmaken van het warmtenet
Om het warmtenet nog efficiënter te gebruiken, testen we of het gunstig is om de aanlevertemperatuur te verlagen. Een lagere temperatuur maakt ook de inzet van duurzame bronnen in de toekomst mogelijk.
Veelgestelde vragen
CO2 staat voor koolstofdioxide: een (broeikas)gas die van nature in onze atmosfeer zit. Door het gebruik van fossiele brandstoffen, zoals aardgas, stijgt de CO2-uitstoot. En te veel CO2 is niet goed voor het milieu.
Vanuit onze missie ‘fossielvrij leven mogelijk maken binnen één generatie’ werken we ieder jaar toe naar minder CO2-uitstoot, oftewel een CO2-reductie. Dat doen we door woningen en bedrijven aan te sluiten op een stadswarmtenet. Zo hoeft niet elk huis of gebouw een eigen cv-ketel te hebben die op aardgas werkt. Daarnaast sluiten we steeds meer duurzame bronnen aan op ons warmtenetwerk. Onze ambitie is om in 2040 fossielvrije warmte te leveren aan al onze klanten.
We maken gebruik van een CO2-monitoringsmodel om vast te stellen wat de CO2-reductie en energieprestaties van onze warmtenetten zijn. Dit model sluit aan bij de volgende bestaande en erkende rekenregels en -methodes:
- de Energieprestatienorm Maatregelen op Gebiedsniveau (bijlage P uit de Nederlandse Technische Afspraak - NTA8800).
- de rapportageverplichting vanuit de Warmtewet (Duurzaamheid van warmte & koudelevering). Hierbij wordt gebruikgemaakt van recente, landelijke meet- en monitoringgegevens van bijvoorbeeld CBS, RVO en RIVM.
De onafhankelijke onderzoeksorganisatie TNO. In 2016, 2017, 2018 en 2021 werd ons CO2-monitoringsmodel door TNO beoordeeld, goedgekeurd en dus als betrouwbaar gezien.
Sinds 2020 sturen wij, net als andere warmtebedrijven, jaarlijks een duurzaamheidsrapport naar de Autoriteit Consument & Markt (ACM). In dit rapport staat per warmtegebied wat de duurzaamheid is van de geleverde warmte. Hiervoor maken we gebruik van de Tabel gegevens duurzaamheidsrapportage warmtenetten.
Ook de energieprestaties van onze warmtenetten, zoals vermeld in onder andere het Warmte-etiket, zijn op dezelfde manier berekend en komen overeen met de gegevens in de duurzaamheidsrapportages van de verschillende warmtegebieden.