1. Thuis
  2. Stadsverwarming
  3. CO2-reductie Amsterdam Noord en West

79% CO2-reductie in Amsterdam Noord en West in 2022

Het gebruik van stadswarmte in plaats van cv-ketels op aardgas én het gebruik van koude in plaats van traditionele koeling zorgde in 2022 voor 79% minder CO2-uitstoot. Dat is een hogere score dan in 2021 toen de reductie 77% was. De verbetering komt door de inzet van de bio-energiecentrale van AEB die sinds 2021 in gebruik is en in heel 2022 warmte leverde.

 

Lees hier meer over de berekening van de CO2-reductie. 

Het warmtenet van Amsterdam Noord en West

Het warmtenet in Amsterdam Noord en West is niet alleen eigendom van ons, maar ook van de gemeente Amsterdam. Onder de naam Westpoort Warmte B.V. (WPW) zorgt Vattenfall voor het beheer van de netten in de deelgebieden Nieuw West, Westpoort, Houthaven, Noord en Zeeburgereiland. WPW heeft één koudebron en meerdere warmtebronnen. De grootste warmtebron zijn de afvalverbrandingsinstallaties van het Afval Energie Bedrijf (AEB). Andere bronnen zijn de bio-energiecentrale van AEB en de vergistingsinstallatie van Orgaworld. De South Connection verbindt het netwerk van WPW met dat van Vattenfall in Amsterdam Zuid en Oost.

Het warmte-etiket van Amsterdam Noord en west geeft aan dat het warmtenet voor 64% bestaat uit warmte uit afvalverbranding en 36% biomassa

Kwaliteitsverklaring

Voor het primair en secundair warmtenet van Amsterdam Noord en West is er een kwaliteitsverklaring. In deze verklaring, die wordt opgesteld door het Bureau Controle en Registratie Gelijkwaardigheid (BCRG), staat dat de energieprestatie is gecontroleerd en beoordeeld. De verklaring is drie jaar geldig.

Cijfers en weetjes

Reductie

79% CO2-reductie staat gelijk aan 53.138 ton minder CO2 vergeleken met HR-ketels op aardgas (rendement 87%).

Aansluitingen

In 2022 had Amsterdam Noord en West 24.619 aansluitingen voor kleinverbruik en 319 voor grootverbruik.

Woningequivalenten

Als we de aansluitingen in 2022 omrekenen naar huizen zijn dat er 45.460. Dat zijn er 3.308 meer dan in 2021.

Een nieuwe toepassing van stadswarmte

Stadswarmte wordt vooral ingezet voor het verwarmen van woningen en gebouwen. In 2022 werd daar een nieuwe toepassing aan toegevoegd. WPW sloot namelijk Eurotank Amsterdam aan op het stadswarmtenet. Dat is een internationale aanbieder van energieopslag, met een vestiging in het havengebied. Hier wordt de stadswarmte nu gebruikt voor de biobrandstoffen-opslagtanks van ETA. De warmte zorgt ervoor dat de opgeslagen biobrandstoffen de juiste mate van vloeibaarheid behouden, ook wel viscositeit genoemd.

Toekomstplannen

In 2022 is verder gewerkt aan de warmtetransportleiding tussen AEB en de warmtebuffer van het afvalverwerkingsbedrijf. Dit zorgt in 2023 voor een verdubbeling van de beschikbare capaciteit. Hierdoor kunnen we warmte leveren aan meer huizen en gebouwen. Dat is ook nodig om de doelen van de gemeente Amsterdam voor stadswarmte te kunnen bereiken. Verder is het Datacenter Westpoort aan de Basisweg ook in beeld als mogelijke leverancier van warmte voor het warmtenetwerk.

Veelgestelde vragen

We berekenen de CO2-uitstoot per geleverde GJ warmte en vergelijken dat met de CO2-uitstoot van een HR-gasketel. Zo kunnen we de CO2-reductie bepalen. De manier waarop we dit berekenen komt helemaal overeen met de methodiek van de rapportageverplichting uit de Warmtewet.

Wat betekent CO2?

CO2 staat voor koolstofdioxide: een (broeikas)gas dat van nature in onze atmosfeer zit. Door het gebruik van fossiele brandstoffen, zoals aardgas, stijgt de CO2-uitstoot. En te veel CO2 is niet goed voor het milieu.

Hoe bereiken we CO2-reductie met stadswarmte en koude?

Vanuit onze missie ‘fossielvrij leven mogelijk maken binnen één generatie’ werken we ieder jaar toe naar minder CO2-uitstoot, met andere woorden een CO2-reductie t.o.v. een HR-gasketel. Dat doen we door woningen en bedrijven aan te sluiten op een stadswarmtenet. Daarnaast sluiten we steeds meer duurzame warmtebronnen aan op ons warmtenetwerk. Onze ambitie is om in 2040 fossielvrije warmte te leveren aan al onze klanten.

Hoe berekenen we de CO2-reductie?

We gebruiken een CO2-monitoringsmodel om vast te stellen wat de CO2-uitstoot, CO2-reductie en energieprestaties van onze warmtenetten zijn. Dit model gebruikt de methodiek uit de rapportageverplichting vanuit de Warmtewet. Hierbij gebruiken we meetgegevens van de warmtebronnen die bijdragen aan de warmtenetten, en meetgegevens uit de warmtenetten zelf. Die gegevens vullen we aan met recente, landelijke meet- en monitoringgegevens van bijvoorbeeld CBS, RVO en RIVM.

Als er staat: ‘De CO2-reductie is 200.000 ton en 50%, vergeleken met aardgas’, dan betekent dat: doordat woningen en bedrijven gebruik maken van stadswarmte, is er de helft minder CO2-uitstoot en verdwijnt er 200.000 ton minder CO2 in de lucht dan wanneer alle woningen en bedrijven een eigen cv-ketel op aardgas zouden hebben.

Hoe wordt de manier waarop wij CO2-reductie berekenen gecontroleerd?

In de rapportagejaren 2016, 2017, 2018 en 2021 is ons CO2-monitoringsmodel goedgekeurd door de onafhankelijke onderzoeksorganisatie. Dat betekent dat TNO heeft vastgesteld dat we gebruik maken van bestaande en erkende rekenregels en methodieken en dat we betrouwbare meetgegevens gebruiken die onderbouwd kunnen worden. Voor de cijfers van 2022 hebben we hetzelfde CO2-monitoringsmodel gebruikt.

Hoe tonen we de duurzaamheid van onze warmtenetten aan?

Sinds 2020 sturen wij, net als andere warmtebedrijven, jaarlijks een duurzaamheidsrapport naar de Autoriteit Consument & Markt (ACM). In dit rapport staat per warmteregio wat de energieprestatie en duurzaamheid van de geleverde warmte is.

Voor het opstellen van het duurzaamheidsrapport maken we gebruik van de Tabel gegevens duurzaamheidsrapportage warmtenetten die jaarlijks door RVO wordt gepubliceerd voor duurzaamheidsrapportages en die de input is voor ons CO2-monitoringsmodel. De energieprestaties van onze warmtenetten staan ook in het Warmte-etiket dat we jaarlijks op onze website zetten.

Heeft elk warmtenet een eigen warmtebron?

Elk warmtenet wordt gevoed door diverse warmtebronnen. De warmtebron die normaal gesproken de warmte levert, is in de meeste gevallen warmte uit een afvalverbrandingsinstallatie of elektriciteitscentrale. Daarnaast zijn er andere warmtebronnen, zoals bio-energiecentrales en industriële restwarmte.

Op piekmomenten van de warmtevraag kan aanvullende warmte worden geleverd uit hulpwarmtecentrales die gestookt worden met aardgas. Voor elke warmtebron wordt een eigen berekening gebruikt om de CO2-uitstoot te bepalen. In de rapportageverplichting vind je hier meer informatie over.

Is de berekening voor elke warmtebron hetzelfde?

Voor elke warmtebron gebruiken we een eigen berekening om de CO2-uitstoot te bepalen. In de rapportageverplichting vind je hier meer informatie over. Per warmtebron gebruiken we voor de berekening de werkelijke meetgegevens. Denk hierbij aan de elektriciteit en brandstof die wordt gebruikt om warmte op te wekken. Maar ook de CO2-emissie die bijvoorbeeld wordt toegekend aan de elektriciteit die nodig is voor het rondpompen van het water in de leidingen. Omdat het uiteindelijk gaat om de geleverde warmte per GJ aan onze klanten nemen we ook het warmteverlies mee in de berekeningen.

Ook interessant