1. Thuis
  2. Stadsverwarming
  3. CO2-reductie Nijmegen

76% CO2-reductie in Nijmegen in 2022

Het gebruik van stadswarmte in plaats van cv-ketels op aardgas zorgde in 2022 voor 76% minder CO2-uitstoot in Nijmegen. Dat is een flinke verbetering vergeleken met 2021, toen de CO2-reductie 67% was. Op deze pagina vertellen we waardoor dit komt en wat onze toekomstplannen zijn.

 

Lees hier meer over de berekening van de CO2-reductie.

Het warmtenet van Nijmegen

De hoofdbron van de Nijmeegse stadswarmte is de afvalenergiecentrale van ARN in Weurt. Het verbeterde CO2-resultaat vergeleken met 2021 komt vooral doordat we minder vaak tijdelijke (hulp)ketels op aardgas hoefden in te zetten. Maar ook door een toename van het aantal aansluitingen.

Het warmte-etiket van Nijmegen geeft aan dat het warmtenet voor 99% bestaat uit warmte uit afvalverbranding en 1 % uit gasgestookte ketels

Kwaliteitsverklaring

Voor het primair en secundair warmtenet van Nijmegen is er een kwaliteitsverklaring. In deze verklaring, die wordt opgesteld door het Bureau Controle en Registratie Gelijkwaardigheid (BCRG), staat dat de energieprestatie is gecontroleerd en beoordeeld. De verklaring is drie jaar geldig.

Cijfers en weetjes

Reductie

76% CO2-reductie staat gelijk aan 8.792 ton minder CO2 vergeleken met HR-ketels op aardgas (rendement 87%).

Aansluitingen

In 2022 had Nijmegen 8.044 aansluitingen voor kleinverbruik en 18 voor grootverbruik.

Woningequivalenten

Als we de aansluitingen in 2022 omrekenen naar huizen zijn dat er 8.613. Dat zijn er 901 meer dan in 2021.

Toekomstplannen

Meer aansluitingen in Nijmegen

In het gebied Waalsprong is het warmtetransportnet verder uitgebreid en kon de laatste (kleine) tijdelijke warmtecentrale op aardgas, bij de Pathé bioscoop, in 2022 worden weggehaald. Op dit deel van het warmtenet is ook bouwmarkt Hornbach aangesloten.

Uitbreiding hulpwarmtecentrale

De groei van het warmtenet vraagt ook een grotere capaciteit om pieken en eventuele storingen op te vangen. Daarom is er een plan gemaakt voor de uitbreiding van de in 2016 opgeleverde Pieter Wiersma hulpwarmtecentrale voor de gebieden Waalsprong en Waalfront. Pieter Wiersma was als medewerker van Nuon (nu Vattenfall) al sinds 1999 de drijvende kracht achter het realiseren van stadswarmte in de Waalsprong. Hij overleed in 2012.

Veelgestelde vragen

We berekenen de CO2-uitstoot per geleverde GJ warmte en vergelijken dat met de CO2-uitstoot van een HR-gasketel. Zo kunnen we de CO2-reductie bepalen. De manier waarop we dit berekenen komt helemaal overeen met de methodiek van de rapportageverplichting uit de Warmtewet.

Wat betekent CO2?

CO2 staat voor koolstofdioxide: een (broeikas)gas dat van nature in onze atmosfeer zit. Door het gebruik van fossiele brandstoffen, zoals aardgas, stijgt de CO2-uitstoot. En te veel CO2 is niet goed voor het milieu.

Hoe bereiken we CO2-reductie met stadswarmte en koude?

Vanuit onze missie ‘fossielvrij leven mogelijk maken binnen één generatie’ werken we ieder jaar toe naar minder CO2-uitstoot, met andere woorden een CO2-reductie t.o.v. een HR-gasketel. Dat doen we door woningen en bedrijven aan te sluiten op een stadswarmtenet. Daarnaast sluiten we steeds meer duurzame warmtebronnen aan op ons warmtenetwerk. Onze ambitie is om in 2040 fossielvrije warmte te leveren aan al onze klanten.

Hoe berekenen we de CO2-reductie?

We gebruiken een CO2-monitoringsmodel om vast te stellen wat de CO2-uitstoot, CO2-reductie en energieprestaties van onze warmtenetten zijn. Dit model gebruikt de methodiek uit de rapportageverplichting vanuit de Warmtewet. Hierbij gebruiken we meetgegevens van de warmtebronnen die bijdragen aan de warmtenetten, en meetgegevens uit de warmtenetten zelf. Die gegevens vullen we aan met recente, landelijke meet- en monitoringgegevens van bijvoorbeeld CBS, RVO en RIVM.

Als er staat: ‘De CO2-reductie is 200.000 ton en 50%, vergeleken met aardgas’, dan betekent dat: doordat woningen en bedrijven gebruik maken van stadswarmte, is er de helft minder CO2-uitstoot en verdwijnt er 200.000 ton minder CO2 in de lucht dan wanneer alle woningen en bedrijven een eigen cv-ketel op aardgas zouden hebben.

Hoe wordt de manier waarop wij CO2-reductie berekenen gecontroleerd?

In de rapportagejaren 2016, 2017, 2018 en 2021 is ons CO2-monitoringsmodel goedgekeurd door de onafhankelijke onderzoeksorganisatie. Dat betekent dat TNO heeft vastgesteld dat we gebruik maken van bestaande en erkende rekenregels en methodieken en dat we betrouwbare meetgegevens gebruiken die onderbouwd kunnen worden. Voor de cijfers van 2022 hebben we hetzelfde CO2-monitoringsmodel gebruikt.

Hoe tonen we de duurzaamheid van onze warmtenetten aan?

Sinds 2020 sturen wij, net als andere warmtebedrijven, jaarlijks een duurzaamheidsrapport naar de Autoriteit Consument & Markt (ACM). In dit rapport staat per warmteregio wat de energieprestatie en duurzaamheid van de geleverde warmte is.

Voor het opstellen van het duurzaamheidsrapport maken we gebruik van de Tabel gegevens duurzaamheidsrapportage warmtenetten die jaarlijks door RVO wordt gepubliceerd voor duurzaamheidsrapportages en die de input is voor ons CO2-monitoringsmodel. De energieprestaties van onze warmtenetten staan ook in het Warmte-etiket dat we jaarlijks op onze website zetten.

Heeft elk warmtenet een eigen warmtebron?

Elk warmtenet wordt gevoed door diverse warmtebronnen. De warmtebron die normaal gesproken de warmte levert, is in de meeste gevallen warmte uit een afvalverbrandingsinstallatie of elektriciteitscentrale. Daarnaast zijn er andere warmtebronnen, zoals bio-energiecentrales en industriële restwarmte.

Op piekmomenten van de warmtevraag kan aanvullende warmte worden geleverd uit hulpwarmtecentrales die gestookt worden met aardgas. Voor elke warmtebron wordt een eigen berekening gebruikt om de CO2-uitstoot te bepalen. In de rapportageverplichting vind je hier meer informatie over.

Is de berekening voor elke warmtebron hetzelfde?

Voor elke warmtebron gebruiken we een eigen berekening om de CO2-uitstoot te bepalen. In de rapportageverplichting vind je hier meer informatie over. Per warmtebron gebruiken we voor de berekening de werkelijke meetgegevens. Denk hierbij aan de elektriciteit en brandstof die wordt gebruikt om warmte op te wekken. Maar ook de CO2-emissie die bijvoorbeeld wordt toegekend aan de elektriciteit die nodig is voor het rondpompen van het water in de leidingen. Omdat het uiteindelijk gaat om de geleverde warmte per GJ aan onze klanten nemen we ook het warmteverlies mee in de berekeningen.

Ook interessant